India, je haat het of je houdt ervan. Ik doe het laatste. Het land leeft in al zijn gekte. Het bedrijf Himalayan Run & Trek loodst ons hier soepeltjes doorheen. En zo kan het gebeuren dat een week na vertrek uit Nederland het basiskamp midden in de Garhwal Himalaya al staat.
Dit keer geen roadblocks onderweg, maar een bus zonder ruitenwissers midden in de monsoon is ook geen pretje. Geen dragers dit keer, maar 14 paarden en muilezels, een stuk sneller en geen gezeur. In het dorpje Dunagiri delen we de foto’s van de vorige keer uit, de mensen zijn er erg blij mee.
Het lijkt wel alsof de monsoon begint zodra wij beginnen met acclimatiseren. Tussen het slechte weer door kunnen we toch alles doen wat we willen. De weerberichten uit Seattle (van http://www.westcoastweather.com/) spelen hierbij een belangrijke rol. Als na 18 dagen de sms komt die waarschuwt voor een naderende cycloon knallen we voor het slechte weer uit, nog één keer in 7 uur vanuit het basiskamp, 1400 meter omhoog naar 6000 meter om het acclimatisatieproces af te sluiten. We zijn twee keer hoog geweest, hebben hoog geslapen en ABC ingericht.
Die cycloon houdt het een week vol, waarin er veel regen en sneeuw valt. Er begint een riviertje te stromen naast het basiskamp. Vanaf een eindmorene boven het kamp beginnen keien zo groot als kleine auto’s naar beneden te denderen, op 100 meter van het kamp komen ze tot stilstand. Lawines hoor je overal in het dal naar beneden komen. Er gaat bovenin een hoop sneeuw vallen op deze manier. Wanneer de wolken optrekken en de zon eindelijk begint te schijnen worden we nog verrast door een onweersfront met 10cm verse sneeuw in het basiskamp.
Dit keer geen roadblocks onderweg, maar een bus zonder ruitenwissers midden in de monsoon is ook geen pretje. Geen dragers dit keer, maar 14 paarden en muilezels, een stuk sneller en geen gezeur. In het dorpje Dunagiri delen we de foto’s van de vorige keer uit, de mensen zijn er erg blij mee.
Het lijkt wel alsof de monsoon begint zodra wij beginnen met acclimatiseren. Tussen het slechte weer door kunnen we toch alles doen wat we willen. De weerberichten uit Seattle (van http://www.westcoastweather.com/) spelen hierbij een belangrijke rol. Als na 18 dagen de sms komt die waarschuwt voor een naderende cycloon knallen we voor het slechte weer uit, nog één keer in 7 uur vanuit het basiskamp, 1400 meter omhoog naar 6000 meter om het acclimatisatieproces af te sluiten. We zijn twee keer hoog geweest, hebben hoog geslapen en ABC ingericht.
Die cycloon houdt het een week vol, waarin er veel regen en sneeuw valt. Er begint een riviertje te stromen naast het basiskamp. Vanaf een eindmorene boven het kamp beginnen keien zo groot als kleine auto’s naar beneden te denderen, op 100 meter van het kamp komen ze tot stilstand. Lawines hoor je overal in het dal naar beneden komen. Er gaat bovenin een hoop sneeuw vallen op deze manier. Wanneer de wolken optrekken en de zon eindelijk begint te schijnen worden we nog verrast door een onweersfront met 10cm verse sneeuw in het basiskamp.
Links de Gadura, rechts Peak 'Plugge' (6200m)

Geen ideale start voor de moeilijkste beklimming van je leven. Een dag wachten en een beetje bijtrekken is geen optie, daar hebben we te weinig eten voor bij ons. Na een zeer koude slapeloze nacht vertrekken we om 5 uur. Als ik de rugzak om doe voel ik dat het mis is. Het lichaam is moe en de longen willen niet. Ik loop achter Cas en Martijn aan, kan moeilijk ademhalen in de koude droge lucht. Bij de randspleet ben ik totaal leeg, ik geef aan dat het zo niet gaat lukken. De wand maakt een winterse indruk, totaal geplasterd met sneeuw, met minder ijs dan twee jaar geleden. Cas en Martijn geven aan alleen met z’n drieen de wand in te willen en zodoende dalen we weer af naar ABC. Daar aangekomen bekijken we de opties; het komt erop neer dat we afdalen naar het basiskamp om een andere, iets makkelijkere berg te proberen.



Daar waar de sneeuwgraat doodloopt in een klein rotsbastion halen we het touw er weer bij en gaan we weer uitzekeren. Die rotsen zijn van dezelfde slechte kwaliteit als gisteren, dus we zijn blij als we er met een beetje mixed klimmen links om heen kunnen. Daarna volgen nog vijf lengtes 50 graden sneeuw stampen, die we zo hoog op de berg toch ook maar uitzekeren. Na een lengte naar links te zijn getraverseerd kunnen het touw wegdoen en zien we de toppiramide die vrij ver weg lijkt te zijn. Gelukkig is dat niet het geval en om 12.05 uur op 21 september 2009 staan wij op de 6506 meter hoge top van de Gadura. Het uitzicht: Tirsul, Kalanka, Changabang, Nanda Devi, Dunagiri, Kamet en zelfs de Holy Kailash in Tibet. Nog nooit hebben we zo’n mooie dag gehad bij een topbeklimming in de Garhwal. We genieten er dan ook met volle teugen van en maken veel foto’s en filmpjes.
Na de nodige tijd op de top is het tijd om de afdaling voor te bereiden. We snijden wat abalakov touwtjes van het klimtouw en al abseilend en afklimmend bereiken we, 15 uur nadat we er vertrokken zijn, de tent. Tot laat staat de brander aan, want met 1 liter isostar per persoon voor de hele dag moet er aardig wat bijgevuld worden. We zijn moe en blij met een mooie beklimming.


Op de top van de Gadura!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten