Dit keer geen roadblocks onderweg, maar een bus zonder ruitenwissers midden in de monsoon is ook geen pretje. Geen dragers dit keer, maar 14 paarden en muilezels, een stuk sneller en geen gezeur. In het dorpje Dunagiri delen we de foto’s van de vorige keer uit, de mensen zijn er erg blij mee.
Het lijkt wel alsof de monsoon begint zodra wij beginnen met acclimatiseren. Tussen het slechte weer door kunnen we toch alles doen wat we willen. De weerberichten uit Seattle (van http://www.westcoastweather.com/) spelen hierbij een belangrijke rol. Als na 18 dagen de sms komt die waarschuwt voor een naderende cycloon knallen we voor het slechte weer uit, nog één keer in 7 uur vanuit het basiskamp, 1400 meter omhoog naar 6000 meter om het acclimatisatieproces af te sluiten. We zijn twee keer hoog geweest, hebben hoog geslapen en ABC ingericht.
Die cycloon houdt het een week vol, waarin er veel regen en sneeuw valt. Er begint een riviertje te stromen naast het basiskamp. Vanaf een eindmorene boven het kamp beginnen keien zo groot als kleine auto’s naar beneden te denderen, op 100 meter van het kamp komen ze tot stilstand. Lawines hoor je overal in het dal naar beneden komen. Er gaat bovenin een hoop sneeuw vallen op deze manier. Wanneer de wolken optrekken en de zon eindelijk begint te schijnen worden we nog verrast door een onweersfront met 10cm verse sneeuw in het basiskamp.
Links de Gadura, rechts Peak 'Plugge' (6200m)
Na een paar dagen mooi weer vertrekken we met vier dagen eten naar ABC. De anders zo lastige blokken zijn bedekt met een harde laag sneeuw, dus we vorderen snel. Na 6 uur lopen is het enige wat we zien een gebroken tentstok die uit de sneeuw steekt. ABC ligt begraven onder een halve meter zware natte sneeuw. Na twee uur graven kunnen we de schade opnemen. Één tent totaal gescheurd en stokken gebroken, de andere is er iets beter aan toe en kunnen we nog opzetten met de nodige tochtgaten. Slaapmatjes zijn lek geprikt en het touw is drijfnat.
Geen ideale start voor de moeilijkste beklimming van je leven. Een dag wachten en een beetje bijtrekken is geen optie, daar hebben we te weinig eten voor bij ons. Na een zeer koude slapeloze nacht vertrekken we om 5 uur. Als ik de rugzak om doe voel ik dat het mis is. Het lichaam is moe en de longen willen niet. Ik loop achter Cas en Martijn aan, kan moeilijk ademhalen in de koude droge lucht. Bij de randspleet ben ik totaal leeg, ik geef aan dat het zo niet gaat lukken. De wand maakt een winterse indruk, totaal geplasterd met sneeuw, met minder ijs dan twee jaar geleden. Cas en Martijn geven aan alleen met z’n drieen de wand in te willen en zodoende dalen we weer af naar ABC. Daar aangekomen bekijken we de opties; het komt erop neer dat we afdalen naar het basiskamp om een andere, iets makkelijkere berg te proberen.
Twee dagen later lopen we een nieuw dal in dat we gespot hebben met acclimatiseren. We hebben voor drie dagen eten mee en willen twee bergen beklimmen. De één, Gadura, is 6506 meter hoog en te beklimmen via een col, graat en topwand. De ander heeft geen naam, is 6200 meter hoog en willen we beklimmen via de 500 meter hoge noordwand. De tent zetten we neer op 5550 meter en dient als startpunt voor beide bergen. De route op onze naamloze berg die we Peak Plugge dopen is wat je noemt erg straigtforward. Vanaf de randspleet gaat die in een rechte lijn omhoog tussen flutes door, rechts van een serac de graat op. Deze moeten we dan volgen om de top te bereiken.
De zonsopkomst de volgende dag is fenomenaal. Talloze bergen, zoals de Dunagiri en de Kamet worden in het ochtendlicht gezet wat een fantastisch schouwspel oplevert. Ondertussen moet er zwaar gespoord worden om de wand te bereiken en ook het onderste deel van de wand ligt vol sneeuw. Bij de flutes aangekomen wordt het steiler en ijziger en beginnen we met zekeren. Martijn klimt twee lange lengtes voorop en is enthousiast over het klimmen tussen de flutes. Cas neemt het over en de zon begint in de wand te schijnen. Om uit de wand te komen moeten we wat flutes traverseren en een route tussen de serac en enkele rotsen door vinden. Dit kun je wel aan Cas overlaten, en drie lengtes later staan we op de graat. Na wat gegeten te hebben in de zon vervolgen we de graat richting de top. Al snel zien we een paar rotstorens van wel heel slechte kwaliteit. Het enige wat erop zit is een traverse weer de noordwand in en dan een afdaling over een nog onbekende graat. Dit ziet er erg link uit en gaat bovendien een hoop tijd kosten. We besluiten over onze route weer af te dalen d.m.v. abalakovs en morgen de Gadura te beklimmen. Zo blijft Peak Plugge onbeklommen. Zeven abseils later staan we weer bij de randspleet en snel naar de tent toe. Het is warm in de zon en de brander maakt overuren om het vochttekort aan te vullen.
Drie uur de volgende ochtend zijn we weer op pad. Het is koud en, zo zonder maan, pikkedonker. Van het sporen krijg ik het gelukkig behoorlijk warm. Na een uur traverseren we een couloir in wat naar de graat lijdt. We zekeren vier lengtes uit en met het eerste licht bereiken we de col. Dit is de mooiste zonsopkomst die ik ooit gezien heb. De oostkant van de graat wordt door de zon verlicht, terwijl de bergen op de achtergrond oranje kleuren, talloze onbeklommen wanden en bergen. Zo in de zon wordt het zelfs nog warm, gelukkig dwingt de sneeuwgraat ons halverwege naar de schaduw kant zodat we wat kunnen afkoelen.
Daar waar de sneeuwgraat doodloopt in een klein rotsbastion halen we het touw er weer bij en gaan we weer uitzekeren. Die rotsen zijn van dezelfde slechte kwaliteit als gisteren, dus we zijn blij als we er met een beetje mixed klimmen links om heen kunnen. Daarna volgen nog vijf lengtes 50 graden sneeuw stampen, die we zo hoog op de berg toch ook maar uitzekeren. Na een lengte naar links te zijn getraverseerd kunnen het touw wegdoen en zien we de toppiramide die vrij ver weg lijkt te zijn. Gelukkig is dat niet het geval en om 12.05 uur op 21 september 2009 staan wij op de 6506 meter hoge top van de Gadura. Het uitzicht: Tirsul, Kalanka, Changabang, Nanda Devi, Dunagiri, Kamet en zelfs de Holy Kailash in Tibet. Nog nooit hebben we zo’n mooie dag gehad bij een topbeklimming in de Garhwal. We genieten er dan ook met volle teugen van en maken veel foto’s en filmpjes.
Na de nodige tijd op de top is het tijd om de afdaling voor te bereiden. We snijden wat abalakov touwtjes van het klimtouw en al abseilend en afklimmend bereiken we, 15 uur nadat we er vertrokken zijn, de tent. Tot laat staat de brander aan, want met 1 liter isostar per persoon voor de hele dag moet er aardig wat bijgevuld worden. We zijn moe en blij met een mooie beklimming.
Gisteren een nieuwe route, maar geen top. Vandaag een top via een mooie route, met z’n drieen. Wat wil je nog meer......... kijk die vraag kan ik wel beantwoorden, maar dat zat er dit jaar niet in. Of de Gadura eerder beklommen is dat weten we niet. Bij de IMF wisten ze dat niet, daar waren ze meer geïnteresseerd in het extra geld dat we moesten betalen, omdat we een andere berg dan de Kalanka hadden beklommen. Wat ik in ieder geval wel zeker weet is dat wij hem beklommen hebben en een fantastische expeditie hebben gehad. Die nooit had kunnen plaatsvinden zonder de steun van: kNKBV, CJAgencies en Kathmandu. Bedankt!
Op de top van de Gadura!